Vooraankondiging
symposium
⌢⌣⌢Mazen in het meetnet⌢⌣⌢
georganiseerd door het kennisplatform OMEM
Gepland op 1-4-2017 Van 10.00 tot 17.00 uur
In Vita Nova Heerestraat 39, 9991 BE Middelstum
Onderwerpen zijn naast tilt- en glasvezelsensoren: wat er op dit moment gemeten wordt, het objectief meten van bodembewegingen, de ondiepe ondergrond, wat een contra-expert voor ons kan betekenen, veiligheid en versterken, de driehoeksverhouding van Economische Zaken, NAM/CVW en Alders.
Datum 1 april 2017
Tijd 10.00 tot 17.00 uur
Plaats Vita Nova, Heerestraat 39, 9991 BE Middelstum
De toegang is gratis. De consumpties zijn voor eigen rekening.
Consumpties tussen de middag: broodje, thee, koffie, frisdrank: €2,-, soep: €3,-
Het programma is als volgt:
10.00-10.10 Opening
10.10-10.50 Tiltmeters: Reinier Brongers en Jeroen Kleef
10.50-11.30 Glasvezelmeters: Jeroen van Ravenzwaaij
11.30-12.10 Presentatie OSSG: Stef van der Ziel
12.10-13.00 Pauze
13.00-13.40 De ondiepe ondergrond: Peter van der Gaag
13.40-14.20 Wat kan de contra-expert betekenen: Eddie van Marum
14.20-14.50 Pauze
14.50-15.30 Beving gevoeld, het KNMI en de correcties van metingen: Wim Blanken en Joop Kruize
15.30-16.10 Groningen: veilig en wel? Versterken, rol van EZ, NAM en NCG: Theo Elsing
16.10-17.00 Forumdiscussie
17.00 Sluiting
De sprekers gaan iets vertellen over waarom het meten van het verband tussen bevingen en schade zo belangrijk is.
Het is verstandig om voor vragen pen en papier mee te nemen. Niet alle vragen kunnen misschien direkt worden beantwoord, maar kunnen daarna gesteld worden via het contactformulier op de website www.ondergroningen.nl met de naam voor wie de vragen bedoeld zijn.
Mazen in het meetnet zijn er zeker: versnellingsmeters en gebouwsensoren zijn trillingsmeters die meten hoe de grond of een gebouw beweegt, maar niet laten zien of er schade is ontstaan. NAM meet de relatie tussen bevingen/zettingen en schade dus niet, hoewel het wel zo lijkt. Ze hoeven dit ook niet te meten aangezien zij alleen maar meten in het kader van veiligheid en niet om schade aan te tonen.
Niemand blijkt hiervoor verantwoordelijk te zijn.
Dit geldt ook voor het meten van lokale zakkingen aan het maaiveld.
Tot op heden is er vanuit Groningen geen enkel inzicht in het verkrijgen en interpreteren van meetgegevens van KNMI, NAM, TNO en het Staatstoezicht op de Mijnen van Economische Zaken. Deze instanties werken nauw met elkaar samen en bepalen de sterkte van aardbevingen en bodembewegingen, de ligging van epicentra en de risico’s voor de bewoners. Sterktes van bevingen worden gecorrigeerd, iedere beving vindt steevast plaats op 3 km, epicentra worden niet juist gelokaliseerd en risico’s worden positief ingeschat.
Wanneer tot nu toe niet nauwkeurig de schade wordt gemeten, zijn er ook geen adequate cijfers voor handen om een NEN norm vast te stellen. Woningen aardbevingsbestendig maken is onmogelijk wanneer je niet weet bij welke versnellingen en rotaties welke schade past.
Het streven is een betere beschikbaarheid van gegevens te krijgen en door het stellen van de juiste vragen de goede interpretatie daarvan. Om daarmee ook de niet bevingsgerelateerde maar wel gaswinnings-gerelateerde schade goed in beeld te kunnen brengen.
Inmiddels is duidelijk dat er zich meer vormen van beweging in de bodem voordoen dan alleen aardbevingen. Met name in de ondiepe ondergrond doen zich allerlei verschijnselen met als gevolg schade voor, die door NAM en Centrum Veilig Wonen worden afgedaan als C-schades, maar mogelijk wel degelijk met de gaswinning te maken hebben.
Het CVW maakt verschil tussen aardbevingschade en zettingschade omdat in de samenwerkings-overeenkomst tussen NAM en de overheid staat dat NAM geen aanleiding ziet om het werkgebied van de NCG uit te breiden tot ‘mijnbouwschade’, dus inclusief bodemdaling. De overheid gaat hierin mee. In het Meerjarenprogramma evenwel wordt de officiële en juridisch vastgelegde term ‘bodembeweging’ wel diverse malen genoemd, maar in het Schadeprotocol wordt deze term niet gehandhaafd. In plaats daarvan wordt alleen ‘aardbevingsschade’ vergoed.
Dit druist in tegen de omschrijving van art. 6:177 van het Burgerlijk wetboek.
De basis van het objectief meten van mijnbouwschade rust globaal gezegd op drie pijlers:
- Peilaanpassing m.b.t. de bodemdaling als gevolg van gaswinning en de invloed daarvan op de ondiepe ondergrond;
- De reactie van bevingen op de ondiepe ondergrond;
- De gevolgen van bevingen op in woningen opgebouwde spanningen.
Bij het uitwerken van deze punten komen allerlei details naar voren, die in de voordrachten duidelijk zullen worden.
In de nota van antwoord d.d. 20 jan. 2015 op de zienswijze van 2013 staat als een antwoord van de minister op de vraag van iemand die een zienswijze heeft ingediend dat gedurende het onderzoek nieuwe problemen m.b.t. preventieve maatregelen en het installeren van meetapparatuur die opduiken in het Groningen dossier opgelost moeten worden. Gelukkig heeft nieuw wetenschappelijk onderzoek aangetoond dat er inderdaad sprake is van nieuwe inzichten m.b.t. de causaliteit! De minister zegt zelfs dat het installeren van nieuw meetapparatuur hiervan sterk afhankelijk is!
Vanaf 2012 wordt het meten met o.a. tiltmeters nl. structureel tegengehouden. We hebben het vermoeden dat de uitkomsten te confronterend zijn. Reinier Brongers heeft samen met twee compagnons deze meters speciaal ontworpen i.v.m. de bevingen. Wij willen een bedrijf uit eigen regio dat op afstand staat van NAM en overheid, zodat ook de data voor bewoners veilig en zeker gesteld is. TNO, Deltares en TU Delft ontvangen subsidie van de overheid en zijn niet daarom niet onafhankelijk. De overheid heeft dermate grote belangen bij de inkomsten dat ook zij als een belangenpartij gezien kan worden.
Niemand blijkt verantwoordelijk te zijn voor wie wat moet meten. Ook de overheid niet.
Alders zegt dat het voor 90% kleine schades betreft. Let wel: dit zijn alleen schades gerelateerd aan directe aardbevingen. Zettingsschade wordt niet door het CVW behandeld. Hoeveel dergelijke schades voorkomen, wordt niet verteld.
U kunt over voorgaande onderwerpen artikelen vinden bij www.ondergroningen.nl
Hilda Groeneveld