“Fuck de Nouvelle Vague, die is dood”, brieste Jacques Audiard ruim tien jaar geleden tegen mij in een interview. De maker had net Un prophète gemaakt en plaatste zich nadrukkelijk in de traditie van Franse genrefilmers als Jacques Becker, Julien Duvivier en Henri-Georges Clouzot. Het irriteerde hem mateloos dat het werk van deze makers door de filmmakers van de Nouvelle Vague als cinéma-de-papa werd afgeschreven.
Audiard vond de Nouvelle Vague-filmers overschat, pretentieus en arrogant. Ironisch dat hij nu met Les Olympiades een film heeft gemaakt die met zijn zwartwit-fotografie, losse sfeer en toon aan een Nouvelle Vague-film als Jules et Jim doet denken. In dat bitterzoete drama van François Truffaut draaien drie personages om elkaar heen in de liefde. Zelf noemt Audiard Rohmers Ma nuit chez Maud als inspiratiebron, maar ook als een negatief van zijn film. In Rohmers film praten een man en een vrouw nadat ze elkaar net hebben ontmoet een nacht lang over seks en liefde en komt het niet tot vrijen, in Les Olympiades wordt er vooral veel gevreeën en pas daarna gepraat. Met de omkering wil Audiard iets zeggen over de veranderde seksuele mores in onze tijd van datingapps. De film toont de vluchtigheid van contacten, maar laat ook zien dat het verlangen naar een stabiele liefdesrelatie niet is veranderd.
De romantische zedenschets voert vier jongeren op in Olympiades, de Parijse wijk met anonieme flats, die in de jaren zeventig net als de Amsterdamse Bijlmer symbool stond voor moderne stadsplanning. Alle vier worstelen ze met relaties, nauwkeuriger gezegd: met wat ze van een relatie verwachten. Centraal staat een jonge vrouw, die iets te hard roept dat ze zich niet wil binden. Haar motto is ‘eerst neuken en daarna zien we wel weer verder’. Dat ‘verder’ komt als ze een deel van haar appartement verhuurt aan een leraar voor wie ze meer gaat voelen. Een derde personage is een studente die door medestudenten wordt verward met een camgirl op een sekssite, waardoor haar leven op de universiteit onmogelijk wordt.
Prettig aan Les Olympiades is dat de film niet met een moralistische, maar bijna documentair observerende blik naar de personages kijkt. Dat hun relaties op drijfzand rusten, is begrijpelijk, want ze leven in een tijd waarin alles, ook werk, van onzekerheden aan elkaar hangt. Dat beeld komt over, wat misschien vooral te danken is aan coscenarist Céline Sciamma, die al zo vaak bewezen heeft dat zij zich uitstekend in jongeren kan inleven. Jammer dat de makers Les Olympiades aan het einde alsnog in het keurslijf van de romantische komedie persen. Zo conventioneel is de film dan ook wel weer. Dat blijkt ook uit de naaktscènes, waarin vrouwen soms frontaal naakt zijn, maar mannen altijd toevallig nog een bedekkend kledingstuk voor zich hebben. Sommige filmtaboes lijken onuitroeibaar.