Februari.
Je begint te rekenen, wat als…, hoeveel kan…, hoeveel moet…, hoe ga je dan…, waar kun je…, met wie ga je…. De voorbereidingen zijn begonnen zonder dat je het echt in de gaten hebt. Je praat er vooral over, de eerste schetsen worden gemaakt en ergens in je achterhoofd weet je..!
Heel langzaam sluipt het binnen. Je ziet het wel op TV maar China is wel erg ver weg en van SARS en MERS hebben we jaren eerder niet echt veel gemerkt. En dan op het werk, langzamerhand begin je in je hoofd met voorbereiden op….
Je praat erover op het Jeu de Boules-veldje, je lacht over de Chinezen die in een week enkele ziekenhuizen neerzetten, je huivert echter bij de eerste beelden uit die ziekenhuizen. Het zou toch niet…..
Maart
Van 35 IC-bedden naar 70 IC-bedden. Van drie locaties naar zes IC-locaties binnen het UMCG.
19 maart: opname 1e COVID-19 patiënt op de IC. 31 maart: 47 patiënten op de IC
Ze komen echt met bussen tegelijk uit het zuiden. Ambulances rijden af en aan. De helikopter vliegt wel erg vaak. En de patiënten zijn zo verschrikkelijk ziek.
Van 250 medewerkers naar ruim 500. En er staan er nog meer klaar in de coulissen. Alle nieuwe medewerkers, waar ook vandaan, moeten toegang krijgen tot het ziekenhuis, garages, ziekenhuis informatie systemen, patiëntendossiers maar ook tot de locaties die wij zelf tot voor kort ook niet tot de IC konden rekenen.
Van alle medewerkers worden de verloven ingetrokken (vakantie, ouderschapsverlof, geen nachtdiensten, met uitzondering van zwangerschap- en bevallingsverlof) en iedereen gaat 100% werken. Verbazingwekkend: geen protest maar saamhorigheid; dit gaan we samen klaren.
Maar ook van buiten het ziekenhuis; gepensioneerde medewerkers komen weer in dienst, Veel oud IC-verpleegkundigen, nu werkzaam als verpleegkundig specialist, komen weer terug op het oude nest. Verpleegkundigen van ‘normale verpleegafdelingen’ komen ons te hulp. Studenten melden zich aan, laboranten, OK-assistenten, röntgenmedewerkers, het is hartverwarmend dit enthousiasme waarmee iedereen wil helpen. Van onaangemeld (wat moet ik doen) tot gestuurd door de baas; allen willen ze hun steentje bijdragen.
Maar het zijn niet alleen de verpleegkundigen en de artsen die dit mogelijk maken: technische dienst medewerkers, schoonmakers, IT-ers, beveiliging, kantoortijgers. Doeslief werd Daslief
Er kan ineens zoveel meer; geen vraag ‘waarom?’ maar ‘dat gaan we regelen!’
Onder druk wordt alles vloeibaar maar in het UMCG werd het gas (waar we als Groningers eigenlijk van af willen). Wat is het dan heerlijk en makkelijk als je er al bijna veertig jaar werkt en heel veel mensen kent in deze organisatie. De lijntjes worden kort en veel is heel snel geregeld.
En dan de acties voor de medewerkers in de ziekenhuizen. Applaus in de avonduren en af en toe een bloemetje bij de uitgang. Fruit en blikjes drinken voor de pauzes, en tweetal goody bags met cosmetica en zo. Iedereen wil wat doen.
En dan in een keer in de versnelling. In een modus komen die niet gezond is als je dat een jaar moet volhouden. Ik hoor mezelf in een tv-interview zeggen “ja dan ga ik ook weer aan bed”. Die intentie is er wel maar het is nooit gebeurd. Ik mocht en kon niet omdat mijn talenten op een andere plek werden ingezet. Fulltime werken werd meer dan 200%. Van de afgelopen 10 weken ben ik 8 dagen niet in het UMCG geweest. Werkdagen van regelmatig 12 uur.
Mijn werkzaamheden: het regelen van personeel, maken van roosters voor groepen en individueel. Het regelen en overleggen over nieuwe locaties. Het beantwoorden van de vele vragen die komen. Het hoger management voorzien van cijfers: patiënten, personeel, bedden, (verwachte) ligduur en de consequenties daarvan. Het financiële gedeelte van dit alles is even minder belangrijk en kan ik laten liggen. Dat maken anderen zich druk over of het komt later wel.
Elke ochtend opnieuw de indeling maken voor de komende drie diensten; avond-, nacht- en de volgende dagdienst; voor elke (nieuwe) locatie, naast de medische bezetting, een gezonde mix van IC-verpleegkundigen met specifieke vaardigheden, verpleegkundigen in opleiding tot IC-verpleegkundigen, zorgassistenten, ondersteuners, maar ook consultatieve diensten voor de andere afdelingen in het ziekenhuis, Mobiele Intensive Care Unit. Daarnaast data verzamelen, verwerken en opsturen voor de getallen die wij elke dag horen op de radio, tv of onze apps. Het maken van rapporten en uitwerken van voorstellen.
Lena en Tjerk zitten vast in India. Overal weggestuurd en nergens iets drinken of eten kunnen kopen. Een paar dagen leven op een paar bananen en water uit een jerrycan. Een rit van een kleine 2000 kilometer om in Mumbai te komen. Gestopt door plaatselijke overheden 500 km voor deze miljoenenstad. Uiteindelijk met een politievrijbrief naar een veilig huis geleid. BuZa kan voor mij niet meer stuk. Elke ochtend om vier uur even met elkaar bellen.
Nederland gaat op slot. Het UMCG is nog strenger: o.a. als je de noordelijke provincies verlaat moet je bij terugkomst veertien dagen in quarantaine. Als je bezoek ontvangt van buiten Groningen, Friesland of Drenthe ook dan veertien dagen in quarantaine. Dat betekent dat ik mijn moeder niet mag bezoeken, maar ook mijn kinderen niet.
April
We gaan naar meer dan zestig bedden en tikken bijna de zeventig IC-bedden aan. We hebben steeds meer moeite om excellente zorg te geven. Niet alles kan meer wat we anders wel doen. De verpleegkundigen en artsen raken vermoeid, gefrustreerd en de ongemakken komen naar voren. Naast 100% werken zijn dat de kinderen thuis, slapen overdag na een nachtdienst nagenoeg onmogelijk, huiswerk maken met de kinderen terwijl je wel wat anders aan je hoofd hebt. Of je partner zit ook in de zorg en heeft een zelfde rooster gekregen. De normale opa en oma-oppas zijn niet beschikbaar.
De adrenalinerush raakt uitgewerkt en de problemen die we opzij geschoven hebben keren terug.
Van ‘dit gaan we samen oplossen’ naar ‘hoe lang gaat dit nog duren.’
En dan halverwege april plots de eerste keer dat het aantal patiënten niet meer zo snel stijgt en na een paar dagen zelfs helemaal niet meer stijgt. Het aantal COVID-19 patiënten neemt niet meer toe en heel langzaam komt er ruimte en lucht. Er volgt zelfs een lichte afname van COVID-19 patiënten en eind april liggen er nog veertig bij ons.
Een groep verpleegkundigen hoeft geen 100% meer te werken. Zij dreigden te bezwijken onder druk van werk, thuis, kinderen, mantelzorg etc.
En hoewel we nog bezig zijn met verder optuigen van de IC-capaciteit naar 112 bedden en 9 locaties (want zoals we weten maakt een zwaluw nog geen zomer) is er dus die ommekeer. De sprint hebben we gehad en we hebben overal in Nederland bewezen dat we dit kunnen. Heel snel een verdubbeling en nog meer van IC-bedden. Maar nu gaan we over in een fase van de lange adem.
We zijn nu een aantal weken bezig met het werken in Coronatijd. In Nederland mag steeds minder, en terecht. Iedereen die denkt dat dit niet noodzakelijk is wil ik wel meenemen naar de IC’s en laten zien; dit is waarom wij binnen moeten blijven, handen wassen, 1,5 meter afstond houden; wat zijn de patiënten ziek. En de jongste is vijftien jaar!
Ik kom in een flow: heel vroeg opstaan, douchen, eten en naar het werk. Het is dan nog donker. Als ik thuiskom is het alweer donker. Snel eten, beeldbellen of zoomen of whatever met de kinderen of mijn zussen. Ik mis mijn vrienden; misschien nog wel meer als ik ze alleen op beeld kan knuffelen. En steeds voor negen uur op bed.
Maar ik ben bevoorrecht, ik mag naar buiten om te gaan werken. Vanaf 9 maart tot aan het paasweekend op 11 april steeds naar het UMCG. Twee keer in deze weken is mijn gras gemaaid door lieve dorpsgenoten (Marja en Gina en Janet) Een dorpskat vindt het leuk om me ’s nachts te storen door dakpannen naar beneden te mieteren om daarna op de dakkapel me uitdagend aankijken en in zichzelf te lachen. Maar ook daar heb je buren voor. Dank Liekele.
Esther is net voor de lock down in Marokko weer op Nederlandse bodem maar moet Benaissa wel achterlaten. Dat gaat een tijd duren voordat die elkaar weer zien.
Regelmatig ‘s ochtend om vier uur even met Lena bellen. Totdat zij kort voor Pasen als laatste passagiers met een Duits repatriëringsvliegtuig naar Frankfurt meekunnen om vervolgens in Groningen twee weken in quarantaine te gaan in een huis van ouders van een schoonzus. Ik ben niet bang om te reizen of ken geen angst omdat mijn kinderen veel reizen maar voor het eerst in mijn leven heb ik hierover wakker gelegen.
Een huisgenoot van Esther heeft Corona opgelopen. 16 studenten stellen zichzelf in quarantaine. Veertien dagen op een kamertje. De zieke krijgt eigen badkamer met wc, er wordt voor hem gekookt. Twee medische studenten en Esther (werkend in een supermarkt) komen nog buiten en verzorgen de boodschappen. Twee weken en daarna nog twee koortsvrije dagen houden zij dit vol. Wat ben ik trots op deze jonge gasten.
Van het UMCG mogen we de drie noordelijke provincies dus niet verlaten. Mijn moeder (wonend in haar geliefde Twente) mag en kan daarom niet meer bezocht worden. Ze snapt er helemaal niets van. Waarom komt er niemand binnen en waarom ziet zij de helft van haar kinderen helemaal niet meer (twee van mijn zussen werken ook op de IC van het UMCG). Op foto’s van mijn moeder, genomen door een raam of in de rolstoel tweehoog op een balkon, zie ik de treurige blik van mijn moeder. Ik kan alleen maar huilen. Wel schrijf ik elke week een kaart naar haar. Dat doen mijn familieleden ook en ondertussen hangen er meer dan honderd kaarten in een slinger door haar kamer in het verzorgingshuis.
Mei
De verdere afname van COVID-19 patiënten bij ons op de IC gaat verder. Alle plannen die gemaakt zijn worden even opzij gelegd. Niet wegdoen want wie weet… Zo snel als we de extra mensen van andere afdelingen uit het UMCG moesten inzetten nu worden ze weer teruggevraagd door hun eigen afdelingen. De eerste maanden hadden we zonder hen niet gered. Maar nu gaan we elkaar op de IC’s voor de voeten lopen en daarbij komt dat alle afdelingen hun normale werk langzaam weer oppakken. Dat betekent o.a. dat de medewerkers van de radiologie weer CT-scans, MRI’s en röntgenfoto’s gaan maken in plaats van de IC’s bevoorraden in de avonddienst. Onderzoekers gaan weer onderzoeken en verpleegkundig specialisten nemen hun plaats op de poli weer in. Zij maar ook wij zullen de komende tijd alles moeten inhalen wat de afgelopen drie maanden is blijven liggen. De operatiekamers draaien alweer volop en de normale IC-patiënten komen de ‘schone’ IC’s weer op.
Als je alleen naar de cijfers kijkt of luistert lijkt het net alsof de IC’s in Nederland leegstromen. Maar er liggen nog steeds ernstig zieke mensen bij ons. De medewerkers zijn vermoeid en vragen steeds meer vrije dagen aan. Dit heeft zijn tol geëist. De gepensioneerden die weer terug kwamen blijven nog een maand extra. Daarna komen een veertigtal extra medewerkers (geen IC-verpleegkundigen)ons versterken.
De eerste slag is gewonnen.
De cijfers die we elke dag horen: aantal besmettingen, nieuwe besmettingen, totaal aantal besmettingen, (toename) aantal ziekenhuis opnames, (toename) aantal overledenen tgv COVID 19, tekorten, enz, etc, usw. We worden ermee doodgegooid. Niet alleen van Nederland maar van alle landen over de hele wereld. Net zo lang tot het niemand het meer wat zegt. Wat ik wel weet is dat Stalin gelijk had toen hij zei; “Der Tod eines Menschen: das ist eine Katastrophe. Hunderttausend Tote: das ist Statistik!”
De cijfers komen elke dag maar zeggen op een gegeven moment niets meer. Je slaat het ergens op of misschien zelfs dat niet meer. Maar dat ene familielid, die vriend, die kennis van de buurvrouw; die maken het menselijk en tragisch. En dat geldt ook als de gevolgen van de genomen maatregelen jezelf of je naasten treffen.
Ieder land heeft zijn eigen experts en degenen die er voor hebben doorgeleerd en toch krijg je in ieder land bij dezelfde som een ander antwoord. Van totale lock down naar helemaal niets doen. Van intelligente lock down tot ik maak zelf wel uit wat goed voor me is. De wereld heeft het ons allemaal laten zien. Wie doet het juiste? Dat gaan we achteraf bepalen.
Net zo als we in deze zomer zeventien miljoen bondscoaches hadden verwacht hebben we deze lente plotseling 17 miljoen virologen. Iedereen kan er over meepraten en heeft een mening en daarbij ook vaak een oplossing. Grappig want de echte experts weten het niet.
Er wordt mij honderden keren gevraagd wat ik van de maatregelen vind en hoelang dit nog gaat duren? Ik weet het niet: ik verwacht tot eind volgend jaar maar mijn voorspelling (want dat is het) is net zo goed als dat van ieder ander. We hebben dit nog nooit meegemaakt. Komt er een tweede golf? Ik weet het niet maar verwacht het wel. Ook wanneer je er heel veel mee te maken hebt weet je nog steeds geen antwoorden.
Halverwege mei en de rust keert iets terug. Ik voel me moe. Ik heb nu meer dan 10 weken ritme gezeten dat ik van werken en slapen. De energie om thuis, buiten het huishouden, iets te doen ontbreekt. Ik ga dit weekend mijn kinderen bezoeken. Met de oude camper bij alle vier langs. Want Daniël en Yosha hebben ondertussen een nieuw huis in Hillegom gekocht en zijn aan het verbouwen geslagen, Esther heeft haar studie afgerond en begint aan een tweede, Johannes is samen met Aafke, naast zijn werk als ZZP-er, een biologische pluktuin begonnen en Lena en Tjerk zijn terug in Zeist. Te lang heb ik hen niet face to face gezien. Slapen voor de deur, eten en drinken in de tuin of buiten voor de deur; wat een heerlijk vooruitzicht. Waarschijnlijk over een paar weken ook naar mijn moeder. Ik heb er zin in.
Oja; mijn seizoenskaart 20 -21 voor FC Twente is natuurlijk weer gekocht.
Dorpsgenoot Albêrt Heesink is stafmedewerker Intensive Care Volwassenen in het UMCG, hier tijdens een interview op het NOS journaal
Albêrt, ik dacht steeds dat ik een aardig beeld had van wat er speelde in Corona-tijd, maar door jouw verhaal ben ik gaan inzien dat ik er maar een heel beperkt beeld van had. Dank je wel voor je tomeloze inzet en je prachtige! verhaal.
Diep ontroerd door je verhaal. Meeslepend, betrokken, vastbesloten, beangstigend, treurig, liefdevol, warm, alle menselijke emoties dwars door elkaar. Jij en al je collega’s geven mijn wereld hoop. Absoluut hulde! Dank je wel.
Prachtig verwoord Albert, het raakt me ook al had je het een en ander verteld, dit verslag komt nog meer binnen. De afgelopen periode zagen we je alleen maar thuis komen. Wat heb jij veel werk en creativiteit verricht binnen jou job, geweldig wat een drive. Petje af voor jou en je collega’s.
Ik hoop dat je een mooi weekend had met je kinderen, nu uitzien naar het bezoek aan je moeder en je geliefde FC Twente. Ik wens je een rustige en zonnige zomer.
Diep respect voor alle mensen in de zorg was er al, maar als je dit zo leest… wat een toppers zijn jullie! En natuurlijk ook de andere beroepen niet vergeten die hier mee te maken hebben, maar heel heftig!
Hopelijk kunnen de mensen zich toch nog een poosje beheersen zodat er geen 2e golf komt…. De zorgmedewerkers hebben hun rust dubbel en dwars verdiend! Hopelijk krijgen ze dat de komende maanden…
Petje af Albêrt, bijzonder om te lezen hoe jij en je collega’s je iedere dag inzetten in deze moeilijke tijd. Hopelijk kunnen jullie binnenkort weer een beetje op adem komen.
Dank Albert, voor je gedetailleerde, gevoelige en liefdevolle verhaal. Ik kan me goed voorstellen dat jij in deze hectische en heftige tijden een belangrijke professionele rots in de pandemische branding bent (geweest).
Van harte hoop ik dat er nu wat hersteltijd voor je aanbreekt. Take care, lieve man.
Warme groet met diepe buiging,
Margreet
Albert je weet het goed te verwoorden.
Wat hebben jij en alle mensen in de zorg een hectische tijd doorgemaakt. Chapeau!
Wat een vreselijke tijd waarin we allen op onze eigen manier in zitten.
Hopen dat we nu in rustiger vaarwater komen en blijven!
Zeer indrukwekkend verhaal, we volgen het nieuws, lezen kranten, horen verhalen van anderen, we praten erover, maar dit wat jij hebt geschreven is een ‘totaal’ verhaal van 10 weken, een chronologisch schets wordt neer gezet hoe hard er door iedereen in een ziekenhuis wordt gewerkt en Albêrt….jouw inzet is groot, maar neem ook pauze als het even kan. Met adrenaline in je lijf kom je heel ver, maar zorg er ook voor dat je weer in het ‘normale ritme komt als het kan. Je hebt ons een kijkje gegeven ‘in de keuken’ hoe het werkelijk toegaat in een ziekenhuis, ook wat jouw aandeel hier in is (en deze is groot) en hoe flexibel mensen zijn voor inzet op de ic. Ik heb het met interesse gelezen!
Beste Albert, wat bijzonder dat je ook nog de energie had om dit verhaal te schrijven! Echt mijn petje af voor jullie inzet en toewijding in deze bizarre tijd. Daarbij nog jouw zorgen om een van jouw kinderen in India, dat is een verhaal apart. Je hebt de kracht gevonden om hier doorheen te komen, nu pas op de plaats en de accu opladen. Hopelijk kunnen we straks weer massaal knuffelen! Groet van Tineke, Kommerzijl (zus Maria, schoonzus Lex).